Welkom op de site waar zoveel mogelijk word uitgelegd met betrekking op het gebruik van de etiquette in de horeca.

En dan vooral gericht op het gebruik van de etiquette in een restaurant met niveau.

 

 

 

 

 

 

Hierboven is de standaard manier voor het dekken van een tafel afgebeeld.

 

Dit gaat op de volgende manier:

1. Leg een onderlaken op tafel en daaroverheen het tafellinnen. Laat het kleed 15 cm rondom over de tafelrand hangen. Reken per gast op zo’n 50 centimeter tafelruimte.
2. Gebruik als uitgangspunt een onderbord. Dit is handig bij het indekken en het staat gastvrij; wanneer een leeg bord wordt weggenomen heb je nooit een lege tafel.
3. Leg het servet op het (onder)bord.
4. Bestek gebruik je van buiten naar binnen. Bij het indekken leg je de onderkant van alle bestek op één lijn met het onderbord, messen met de snijrand naar binnen en lepels en vorken met bolle kant op tafel. De tweede vork leg je wat hoger.
5. Het dessertbestek leg je horizontaal boven het bord, de vork met het heft links en daarboven de lepel met het heft rechts. Eventueel mes komt onder de vork met het heft rechts.
6. De sideplate (broodbordje) plaats je links naast de vorken met de rand in één lijn met het onderbord. Het botermesje leg je rechts op het bordje met de onderkant evenwijdig aan de rest van het bestek.
7. De glazen zet je rechtsboven het couvert. Recht boven het grote mes komt het grootste wijnglas en recht boven het kleine mes komt het kleine wijnglas. Een eventueel waterglas staat in een driehoek achter de wijnglazen of schuin rechts van het kleine wijnglas.
8. Links boven de sideplate is plaats voor een vingerkommetje. Zet dit glazen, porseleinen of metalen bakje gevuld met water (met een servet ertussen) op een bordje.

 

Er is een heel assortiment aan bestek wat gebruikt word in de restaurants, ik beschrijf de meest gebruikte.

Mes: Vleesmes, vismes en botermesje. En uiteraard het gewone kleine en grote mes.

Vork: Vis vork, dessert vork, kleine voorgerecht vork, grote hoofd gerecht vork.

Lepel: Soep lepel, amuse lepel, dessert lepel en de koffie lepel.

Uiteraard bestaat in de boven genoemde soorten een zeer grote diversiteit in soorten, materialen en maten.

De boven genoemde zijn de meest voorkomende.

Tot slot een voorbeeld van het indekken volgens de etiquette van het bestek:

 

 

Voor het juist neerleggen van het couvert zijn er een aantal gouden regels.

  • Werk van buiten naar binnen, het bestek dat je het eerst gebruikt ligt aan de buitenkant
  • Messen en lepels rechts, vorken links, dessertbestek boven
  • Zorg dat de snijzijde van het mes naar binnen gericht is
  • En dat de onderkanten van het bestek netjes uitgelijnd zijn

 

 

 

Het assortiment aan glazen is zeer uitgebreid.

Hieronder de uitleg van de meest gebruikte glazen:

 Het grote wijn glas word gebruikt bij de rode wijn. Dit is vaak in combinatie met een vlees gerecht.

 Het kleine wijn glas word gebruikt bij de witte wijn. Dit in combinatie met een vis gerecht.

Het kleine wijn glas kan ook gebruikt worden om de wijn in te serveren bij een amuse, voorgerecht of tussen gerecht.

 Het nog kleinere wijn glas word gebruikt voor de dessert wijn of port.

 De fluut word meestal gebruikt bij het aperitief. Denk hierbij aan champagne, prosecco, jus d’orange of een mooi eigen gemaakte aperitief.

 En tot slot nog het waterglas. Die is er in veel soorten en maten.